De juridische basis
Onze claim in het kort
Visa en Mastercard hanteren sinds 1992 te hoge kosten (interchange fees) voor betalingen in Nederland met kaarten van buiten Europa, zoals Amerikaanse of Japanse creditcards. Nadat de Europese Commissie hierover haar zorgen uitte, verlaagden Visa en Mastercard hun interchange fees in 2019, maar zij schaften de interchange fees nog niet af. Ondernemers betalen meer dan nodig is. Deze te hoge kosten worden al jarenlang in stand gehouden door overeenkomsten tussen creditcardmaatschappijen en banken. Ondernemers hebben geen gelegenheid om te onderhandelen over de hoogte van de interchange fees.
Interchange Overcharge (door MIFC) wil door deze rechtszaken een collectieve schadevergoeding behalen voor de bedrijven die door deze praktijken zijn benadeeld.
De regels zijn overtreden
De juridische basis van de rechtszaken van Interchange Overcharge (door MIFC) tegen Visa en Mastercard berust op overtredingen van zowel het Europese als het Nederlandse mededingingsrecht en aansprakelijkheidsrecht. In deze zaken stellen we dat Visa en Mastercard jarenlang prijsafspraken maakten om de transactiekosten (interchange fees) kunstmatig hoog te houden. Daardoor werd de marktwerking beperkt en betaalden bedrijven (zoals winkels, horecabedrijven en webshops) structureel te veel.
Specifiek gaat het hierbij om de volgende wetsartikelen.
- Artikel 101 VWEU (Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie)
Dit artikel beschermt eerlijke concurrentie binnen de Europese Unie. Het verbiedt bedrijven om afspraken te maken die de vrije marktwerking belemmeren.Visa, Mastercard en hun aangesloten banken werken samen door veel te hoge standaardtarieven voor interchange fees vast te leggen. De ondernemers moeten deze interchange fees wel betalen omdat klanten anders niet met hun Visa- of Mastercard-betaalpassen kunnen afrekenen. Het alternatief is dan om klanten te weigeren, maar daarmee loopt de ondernemer omzet mis. De bedrijven hebben geen ruimte hadden voor onderhandelingen en betaalden zo veel te hoge interchange fees. Artikel 101 is een cruciaal onderdeel van de zaak. Volgens ons komen de afspraken van Visa, Mastercard en de banken feitelijk neer op kartelvorming, waarbij concurrentie wordt beperkt en eerlijke marktvoorwaarden ontbreken. - Artikel 6 Mw (Nederlandse Mededingingswet)
Dit artikel is de Nederlandse tegenhanger van artikel 101 VWEU en legt dezelfde beperkingen op voor afspraken die de concurrentie beperken, maar dan specifiek binnen Nederland. Aangezien de rechtszaak in Nederland wordt gevoerd, is ook dit artikel van belang. We gebruiken het om aan te tonen dat de praktijken van Visa en Mastercard ook in strijd waren met Nederlandse mededingingsregels en dat bedrijven in Nederland direct zijn benadeeld. - Artikel 6:162 BW (Burgerlijk Wetboek)
Dit wetsartikel gaat over onrechtmatig handelen. Iemand handelt onrechtmatig wanneer hij bijvoorbeeld iets doet dat in strijd is met de wet en daarmee schade veroorzaakt bij anderen. Interchange Overcharge (door MIFC) beroept zich op dit artikel omdat Visa en Mastercard met afspraken die in strijd zijn met de Europese en Nederlandse wetgeving, structureel bedrijven benadelen door kosten op te leggen die hoger waren dan redelijk was op basis van normale marktvoorwaarden.
Deze combinatie van wetsartikelen vormt volgens ons een logische en solide juridische basis om namens de getroffen bedrijven compensatie te eisen. Waar nuttig zal ook een beroep worden gedaan op andere wetsartikelen.
Verdere onderbouwing van de claim
Om onze vordering te versterken, maken we gebruik van:
- Economische analyses en rapportages
Economen hebben het oneerlijke karakter en de hoogte van de schade van de kunstmatig hoge interchange fees onderzocht. Deze rapporten onderbouwen de aansprakelijkheid en schatten hoeveel schade is geleden door het ontbreken van een normale, vrije markt zonder oneerlijke afspraken. - Informatie van de Europese Commissie
De Europese Commissie heeft in 2015 en 2017 haar zorgen geuit over het beleid van Visa en Mastercard. Deze rapporten heten statement of objections. We hebben deze rapporten nog niet, maar proberen die te krijgen om de bevindingen in het statement of objections te kunnen gebruiken om ons standpunt dat de hoge interchange fees in strijd zijn met de Europese mededingingsregels, verder te onderbouwen. We beschikken al wel over twee besluiten van de Europese Commissie ten aanzien van Visa en Mastercard (zogenaamde Commitment Decisions van april 2019) met daarin de kern van de (Mededingingsrechtelijke) verwijten. - Procedures tegen Visa en Mastercard in het buitenland
Niet alleen in Nederland zijn ondernemingen de dupe geworden van de te hoge interchange fees van Visa en Mastercard. Daarom zijn in het buitenland ook juridische procedures gestart tegen deze partijen. We houden de juridische procedure in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk nauwlettend in de gaten om te kijken of wij onze zaak daarmee verder kunnen versterken.